—  Ballingschap  —

Engagement in ballingschap: journalist blijven?

Je kunt journalisten verjagen, maar journalistiek engagement en nieuwsgierigheid kent geen grenzen. Vier journalisten getuigen hoe hun ballingschap in België hun persoonlijke en professionele leven veranderde. “Als vluchteling moet je in beide richtingen kijken: naar je land van herkomst en je gastland.” Een gesprek over daar en hier.

“Als ik mensen ontmoet die mijn origine niet kennen, zijn ze verbaasd dat ik uit Gaza kom”, vertelt Sarhan Abukalloub. We ontmoeten hem in een leeg lokaal op de VUB-campus, dicht bij zijn huis in Etterbeek. De Palestijnse journalist stelt er trots zijn journalistiek project voor: de Brussels Morning Newspaper, een maandelijks magazine over Europese politiek. Hij zet er zijn journalistieke werk veder als redactiemanager. “Het was niet gemakkelijk om van de productie van documentaires in Gaza over te schakelen naar Europese politiek. Maar als ik hier iets wil betekenen voor Gaza, kan ik een activist zijn. Geen journalist.”

Sinds de Palestijnse journalist zijn land ontvluchtte in 2018, nam zijn leven een andere wending. Nadat hij werd geïntimideerd, opgesloten en bedreigd door het regime van Hamas, liet hij zijn familie achter om asiel aan te vragen in België. Hoewel hij hier momenteel als journalist de Europese politiek volgt, is zijn verbondenheid en betrokkenheid met Palestina zeer groot. “Ik lees er elke dag over. Ik wil weten wat er gebeurt, omdat mijn familie er woont.” Via telefoon houdt Abukalloub elke dag nauw contact met zijn familie.

Interesse

Ook al is de politieke situatie in het land van herkomst erg turbulent, betrokkenheid van vluchtelingen met het thuisland is niet vanzelfsprekend. Volgens Mohammad Salman, professor Politieke Wetenschappen aan de VUB, berust de actieve interesse in het vaderland op drie factoren.  In de eerste plaats speelt integratie een belangrijke rol. “Een goede integratie vermindert de belangstelling voor de politiek in het land van herkomst”, zegt de professor. Ten tweede hebben personen zonder plannen om ooit terug te keren eveneens minder politieke belangstelling. Wanneer iemand geen familie meer heeft in het land van herkomst, verkleint tot slot ook de kans op politieke interesse.

In het geval van Sarhan Abukalloub, kan die laatste factor zijn actieve interesse in Gaza verantwoorden. Op de dag van het interview kreeg hij overigens het nieuws dat zijn vrouw en twee dochters toestemming hadden gekregen om naar België te komen in juni. “Vandaag ben ik de gelukkigste persoon ter wereld. Ik ben België dankbaar, omdat mijn wensen en dromen heeft gerespecteerd. Ik voel loyaliteit vanuit mijn hart en mijn ziel tegenover Palestina en België.”

“In Burundi worden journalisten nog steeds als rebellen beschouwd.”

Jérémy Tourette, onderzoeker Politieke Communicatie aan de ULB, nuanceert de drie factoren voor betrokkenheid van Salman. Naast de persoonlijke situatie van de journalisten in ballingschap, wijst Tourette op enkele sociologische principes. “Onder meer gender, opleidingsniveau en socio-professionele aspecten kunnen de mate van politieke interesse van vluchtelingen helpen verklaren.” Politieke betrokkenheid gaat dus niet alleen om persoonlijk belang, maar is ook afhankelijk van hoe sterk iemand zich engageerde alvorens te vluchten. Tourette voegt nog toe dat “ook het culturele niveau beïnvloedt hoezeer mensen zich met politiek inlaten.” De betrokkenheid van migranten op hun land van herkomst heeft dus verschillende sociologische oorzaken. Samen met de drie concrete aspecten van professor Salman, verduidelijken ze het complexe spanningsveld waarin journalisten in ballingschap zich bevinden.

Josine Kaze
Josine Kaze

Dat spanningsveld kenmerkt ook het verhaal van Josine Kaze. De 40-jarige journaliste verliet Burundi in 2015, naar aanleiding van de politieke crisis. Voor haar vertrek berichtte ze over grote demonstraties tegen de opkomst van president Pierre Nkurunziza voor een derde termijn (verboden door de Grondwet) en de bijhorende politieacties. Eerst kwam Kaze terecht in Rwanda, waar ze nog journalistiek actief kon blijven via radiozender Isangarino. Nadat de Rwandese overheid de onderdrukking van journalisten verstrengde en ze haar uitzendingen moest stopzetten, kwam ze uiteindelijk naar België in 2020.

Vanuit België waakt Josine Kaze nog steeds over haar land van herkomst. “Ik blijf betrokken en praat over wat er aan het gebeuren is in Burundi.” Ze presenteert regelmatig op Radio Inzamba, een online Burundees nieuwsprogramma, en is secretaris-generaal van de Association of Burundian Journalists in Exile. “We wilden iets opstarten dat van onszelf was, waarmee we elkaar kunnen steunen en werk kunnen vinden voor journalisten die graag hun beroep willen verderzetten”, vertelt Kaze. “In Burundi was ik niet politiek actief, maar nu ik niet langer stemrecht heb, maken mijn professionele en maatschappelijke bezigheden mij een Burundees burger.” Haar journalistieke activiteiten sturen zo haar politiek engagement.

Ondanks de blijvende interesse voor haar thuisland werkt ze aan haar integratie. “Ik leer Nederlands en ben actief in Les Amis d’Accompagner Association.” Die organisatie begeleidt mensen in nood bij de behandeling van de nodige procedures. “Als vluchteling moet je in beide richtingen kijken: richting je land van herkomst en je gastland”, vat Kaze samen. “Ik spreek Kirundi met mijn dochters zodat zij altijd hun band met Burundi behouden.” Wacht de journaliste dan op een kans om ooit terug te keren? “We blijven hoop koesteren, maar momenteel zie ik mezelf niet terugkeren. Ondanks de nieuwe president (Evariste Ndayishimiye is sinds juni 2020 aan de macht, nvdr.), worden journalisten er nog steeds als rebellen beschouwd.” Op dit moment wil Josine Kaze van werk veranderen en zoekt ze een nieuwe job in digitale marketing.

Doelwit

Werken als journalist in ballingschap is ook voor Tory Kiliç een strijd. In 2018 moest de 40-jarige Koerdische journalist uit Turkije wegvluchten, nadat hij jarenlang actief was in de regio rond de stad Mardin. Met zijn werk probeerde hij vermiste personen op te zoeken en schendingen van de mensenrechten vast te leggen. Daardoor onderging hij juridische aanvallen, arrestaties en rechtszaken. Allemaal onder het voorwendsel dat hij geheime informatie zou hebben gedeeld. Zijn verhaal is symptomatisch in een land dat 153e staat op ranglijst van vrije pers volgens Reporters without borders. “Veel media en journalisten zijn en blijven het doelwit van intense politierepressie omwille van hun professionele activiteiten”, aldus Kiliç.

Tory Kiliç
Tory Kiliç

In zijn zoektocht naar veiligheid, maakte hij handig gebruik van een visum dat hem werd verleend voor een congres in Duitsland om opvang te zoeken in België. Na twee jaar in Brussel, verhuisde hij naar Asse. Daar woont hij nog steeds, ondertussen met zijn Belgische vrouw en kind. Hoewel zijn vertrek intussen meer dan drie jaar geleden is, geeft Kiliç toe dat Erdogans invloed in West-Europa hem soms angst aanjaagt. “Ik voel mij veiliger in België, want ik weet hoe ik me hier moet verdedigen.” Momenteel staat zijn journalistieke carrière op pauze en werkt hij aan een boek over en een cd met Yazidi Koerdische kinderliedjes.

De Koerdische journalist is weinig hoopvol over de toekomst van zijn land van herkomst. “In Turkije verandert er niets door te stemmen.” Kiliç stelt het beleid in vraag dat, volgens hem, door de geschiedenis geen rekening hield met etnische minderheden. “Als men de politieke situatie wil verbeteren, moet Turkije een confederatie worden waarin meer plaats is voor Koerdische, Armeense en andere minderheden.” Met het oog op de volgende presidentsverkiezingen in 2023, is de journalist eerder pessimistisch. “Zelfs als Erdogan zou verliezen, geloof ik niet dat hij de sleutels van het land zo makkelijk zou afgeven.” Tot dan blijft Kiliç zeker in België. “Ik heb mezelf altijd gezien als een vluchteling.”

Fatimetou Sow
Fatimetou Sow

Niet iedereen plant een carrièreswitch. De Mauritiaanse Fatimetou Sow hoopt nog steeds te kunnen werken als journalist, maar dat is niet zo simpel. “Voor een zwarte, Afrikaanse vrouw staan recruiters niet in de rij.” De mensenrechtenactiviste bracht verslag uit over gedwongen huwelijken, besnijdenissen en het dwangvoeden van kleine meisjes in haar land. Haar besluit om in ballingschap te leven, nam ze toen haar eigen dochter in een huwelijk gedwongen werd toe ze slechts negen jaar oud was. Na drie jaar in Senegal, verhuisde ze naar België in 2018, waar ze nu Facebook live evenementen presenteert over de schendingen van vrouwenrechten in Mauritanië. Dat doet ze in samenwerking met een collega die er nog steeds verblijft.

“Het doet me veel pijn om niet in mijn land te zijn”, vertelt Fatimetou Sow. “Ik zou daar moeten zijn en mensen ontmoeten, demonstreren en alles wat ik van hieruit niet kan doen.” Toch is de journaliste nog lang niet klaar om de handdoek in de ring te gooien. “Ik ben gemotiveerder dan ooit om mijn job te doen.” Sow noemt zichzelf presentator en was in staat om dat beroep zes maanden uit te oefenen bij TV COM, een lokaal televisiekanaal in Wallonië. Intussen is dat contract verlopen en is ze werkloos. “Als ik nog steeds werkloos ben in september, dan ga ik iets anders doen. Een opleiding tot sociaal werker bijvoorbeeld.”

Het is duidelijk dat haar activisme niet is afgeremd door de gedwongen migratie, maar simpelweg een andere vorm heeft aangenomen. Sow combineert haar zoektocht naar werk met een actief lidmaatschap van meerdere verenigingen voor Mauritiaanse migranten in België. Op die manier balanceert ze, zoals de anderen journalisten in ballingschap, tussen haar land van herkomst en België.