Protesteren in België: effectief of zinloos?
België heeft een lange geschiedenis van volksprotest. Van de betoging tegen het plaatsen van kernwapens op militaire vliegbasis Kleine-Brogel, de Witte Marsen naar aanleiding van de zaak Dutroux en de aanhoudende recente klimaatbetogingen: de Belg laat haar ongenoegen graag op straat merken.
Maar heeft dat wel zin? De ‘antirakettenbetoging’ had bijvoorbeeld geen effect, de raketten met kernlading kwamen er toch en liggen vandaag nog steeds op Kleine-Brogel. Aan de andere kant werden politie en justitie wel fundamenteel hervormd na de Witte Mars.
Protest is een indirect middel om politieke druk uit te oefenen. Het vergroot de reikwijdte van een conflict en beïnvloedt de publieke opinie. Zo wordt druk uitgeoefend tot ver voorbij de grenzen van het initiële protest.
Het primaire doel van een protest is andere sociale actoren overtuigen, het liefst ‘elitaire bondgenoten’, die dezelfde doelstellingen nastreven. Die bondgenoten zijn middenveldorganisaties, de media en zelfs politieke partijen. Zeker middenveldorganisaties hebben doorgaans een hiërarchische structuur, die beter geschikt is om protesten te organiseren en te bemiddelen tussen politici en de bevolking.
Dat is exact de reden dat Elisa (43) stopte met protesteren. Ze sloot zich aan bij Franstalige vakbond in Brussel als jonge moeder, maar de organisatie was te rigide en patriarchaal voor haar. Ze raakte gedesillusioneerd in “gestructureerd protest” dat eerst moet worden goedgekeurd door de “macht waar je het niet mee eens bent”.
Is protest nu effectief? “Het is moeilijk daar een wetenschappelijk onderbouwd antwoord op te geven” zegt Ruud Wouters, politicoloog en onderzoeker van sociale bewegingen aan de Universiteit Antwerpen. “Het is een langetermijnproces met resultaten die niet onmiddellijk meetbaar zijn.”
De media speelt een essentiële rol in de effectiviteit van een protest. Volledig genegeerd worden is volgens sommige opvattingen het ergste wat een protest kan overkomen, want dan houdt het op te bestaan. “Eigenlijk is protest een steen in het water gooien: je wil deiningen veroorzaken zodat anderen mensen mee aan boord komen. Aangezien conflict de motor van verandering is wil je ook aandacht van zij die het niet met je eens zijn. Dan blijven journalisten het ook interessant vinden. Protest moet in het nieuws komen, want zo bereikt het de publieke opinie”.
Elitaire bezigheid
Mensen gaan protesteren omdat ze dat willen, omdat ze emotioneel betrokken zijn en omdat ze ongelijkheid in de wereld zien. Ze kunnen het doen omdat ze sociaal kapitaal hebben, tijd, en gevraagd zijn om deel te nemen. Interessant is dat mensen die werken over het algemeen meer protesteren omdat zij blootgesteld worden aan een meer divers netwerk dan mensen die niet werken.
Protestdeelname is zeer ongelijk verdeeld in de samenleving, met een aanzienlijke voorkeur voor hoogopgeleiden. Protest zou the weapon of the weak zijn omdat je in principe weinig nodig hebt om te kunnen protesteren, maar volgens Wouters is het meer elitair dan men denkt. Elisa merkt op dat betogingen georganiseerd door de vakbonden, die vaak over arbeidsrechten gaan, meer diverse deelnemers hebben dan de klimaatprotesten.
Zo werden de klimaatspijbelaars, onder leiding van Anuna De Wever, gezien als de stem van De Jeugd. In werkelijkheid waren het vooral kinderen uit het ASO met hoogopgeleide ouders uit tweeverdienersgezinnen, bleek uit een onderzoek van Wouters.
Protest en sociale media
Massacommunicatiemiddelen als Facebook en Instagram hebben voor grote veranderingen gezorgd in de manier waarop protestbewegingen ontstaan. Mobilisatie is nu veel sneller en goedkoper, waardoor iedereen via sociale media kan mobiliseren: de geboorte van de twitterende activist.
Traditioneel rekruteerden sociale organisaties leden die met elkaar omgingen, socialiseerden en zo een collectieve identiteit deelden. Voor Giulia, studente en feministische activiste aan Université Libre de Bruxelles (ULB), was het manifesteren in groep een manier om hoop op te vatten. Gelijkgezinden die je ervan verzekeren dat “we bouwen aan een betere wereld. Het is nog niet verkloot”.
Maar veel protest is meer een à la carte-activisme geworden, waarbij bepaalde thema’s plots veel aandacht genereren en mensen mobiliseert. Op die manier is de kans kleiner dat men zich inzet voor impact op lange termijn, want niet veel later is er weer een ander thema dat je aandacht online opeist. En dat is wel degelijk een gevaar voor de effectiviteit van protest.
Globalisering
Ten slotte zijn de thema’s van protest geëvolueerd doorheen de tijd. Zo zag politicoloog Ronald Inglehart in 1977 al een verschuiving naar postmaterialistisch protest, vooral bij jonge mensen. Wanneer men fysieke en economische basisnoden vervult ziet, verschuiven de waarden naar minder tastbare dingen zoals zelfexpressie, gendergelijkheid en de staat van het milieu.
Het zou evengoed kunnen dat jonge mensen meer postmaterialistische waarden aanhangen omdat zij nu eenmaal vaak niet in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien. “Het is superbelangrijk je te engageren, zeker op onze leeftijd. Wij hebben de energie en de tijd”, zegt Luna (19), activist en studente aan ULB.
Mensen zullen altijd betogen over levensonderhoud, wat Wouters “brood-en-boterthema’s” noemt zijn van alle tijden. Mede onder invloed van globalisering zijn de thema’s groter geworden. “De moord op George Floyd in de Verenigde Staten in 2020 leidt hier in België tot een debat over dekolonisering.”
Globalisering als sociaal veranderingsproces heeft twee groepen in de samenleving tegenover elkaar geplaatst. “Ik denk aan de ene kant aan de klimaatspijbelaars, de kosmopolieten die bezig zijn met klimaatverandering. Aan de andere kant de meer nationalisten die vrezen voor hoe migratie en globalisering een bedreiging vormen voor de nationale identiteit en de culturele eigenheid” zegt Wouters.
Hoewel protest toch altijd ook gebeurtenisgedreven zal zijn. Als het crisis is, komt men op straat voor hogere lonen. Als België nog veel hete zomers kent is de kans groot dat het klimaatprotest nog toeneemt. Zolang er onvrede en ongelijkheid is zullen mensen op straat blijven komen.
“Dit artikel is geschreven door studenten van de masteropleiding journalistiek aan de VUB/ULB onder begeleiding van Alexandre Niyungeko, Gabrielle Ramain, Lailuma Sadid en Frisien Vervaeke”