—  Cultuur  —

Wat zijn jouw latitudes?

In de geografie is de latitude of de breedtegraad de coördinaat die de noord-zuidpositie van een punt op aarde aangeeft. Naast onze geografische positie, bepaalt onze breedtegraad ook wie we zijn. Leven op een bepaalde plaats heeft een invloed op wie je bent, hoe je je gedraagt en hoe je jezelf identificeert. Sommige mensen bevinden zich tussen verschillende breedtegraden in. Dit is een verhaal over de latitudes en attitudes van vier Europese jongeren met een multiculturele achtergrond.

Waar kom je vandaan?

Een van de eerste vragen die je stelt als je iemand nieuw ontmoet is “waar kom je vandaan?” Het lijkt een gemakkelijke vraag, maar in werkelijkheid roept deze ene vraag vele andere vragen op: “waar liggen je wortels?”, “hoe identificeer je jezelf?”, “tot welke cultuur behoor je?” en zelfs “wie ben je?” We stelden deze vraag aan vier jongvolwassenen met een multiculturele achtergrond en dat leverde interessante gesprekstof op.

Manuela is een 25-jarige studente die al zes jaar in Brussel woont. Als je Manuela vraagt waar ze vandaag komt, is haar eenvoudige antwoord: “Ik ben Italiaans, maar ik woon in België.” Haar lange antwoord is dat Manuela opgroeide in een klein dorpje in Italië, met een Italiaanse vader en een Russische moeder. Op 18-jarige leeftijd besloot haar familie de wijde wereld in te trekken en verhuisde naar België. Daar voelt Manuela zich ondertussen goed geïntegreerd.

Sara, geboren in Frankrijk met twee Japanse ouders, leeft haar leven op de grens tussen twee totaal verschillende werelden. Onze fameuze vraag “waar kom je vandaan?” maakt haar zichtbaar zenuwachtig, want “het is ingewikkeld.” Bovendien geeft de vraag haar de indruk dat ze een ‘vreemde’ is en onmogelijk Frans kan zijn, hoewel ze zich wel zo voelt en perfect Frans spreekt. “Moet je weten dat ik van Japanse afkomst ben om geïnteresseerd te zijn in mij?”, vraagt ze zich af.

Om onze vraag te beantwoorden moet Victor een verhaal vertellen, het verhaal van een Zuid-Chinese provincie genaamd Guangdong. Een hongersnood teisterde deze provincie aan het begin van de 20e eeuw. Victors Chinese overgrootouders vluchtten vanuit de provincie naar Cambodja waar zijn ouders en grootouders opgroeiden. De families bleven zich steeds als Chinees beschouwen en spraken hun traditionele dialect Teochew. Na de staatsgreep van de Rode Khmer in 1975 zijn de families opnieuw op de vlucht geslagen, ditmaal naar Frankrijk. De ouders van Victor hebben elkaar in Parijs leren kennen, waar Victor en zijn zus geboren zijn. Dus, het antwoord van Victor op de vraag “waar kom je vandaan?” luidt als volgt: “In Frankrijk zeg ik dat ik 100 procent Chinees ben, maar in het buitenland is het logischer om te zeggen dat ik Frans ben. Als de mensen er echt op staan, vertel ik het hele verhaal.”

Victor
Victor in zijn appartement in Parijs. “De Franse cultuur? Ik weet eigenlijk niet goed wat dat is. Voor mij is de Franse cultuur een beetje de cultuur van alle landen.”

“Ik ben een Parijzenaar van Senegalese afkomst”, zegt Mohamed kalm. Het was niet altijd even gemakkelijk voor hem om deze vraag te beantwoorden. Doorheen zijn jonge leven heeft hij zijn antwoord op de vraag meermaals bijgesteld. Een recent verblijf van vier maanden in Senegal heeft hem nog meer doen nadenken over zijn afkomst: “Toen ik in Senegal was, in Dakar, ging ik op in de massa, maar cultureel gezien voelde ik me een vreemdeling, want ik ben meer Frans dan Senegalees.”

Generaties in conflict

Kinderen uit multiculturele gezinnen moeten hun eigen weg zoeken tussen twee totaal verschillende werelden; die van hun ouders en hun eigen leefwereld. Dat maakt enige vorm van conflict tussen de generaties vaak onvermijdelijk.

Mohameds ouders hebben hem opgevoed als een Senegalees, toch identificeert hij zich als Frans. Voor hem is het een evidentie, maar voor zijn ouders is het een schok: “Ze hebben ons altijd gezegd dat we Senegalees waren, niet Frans.” Terwijl de ouders een duidelijk pad voor hun kinderen voor ogen hadden, ontwikkelden Mohamed en zijn zussen hun eigen parallelle pad.  Zodra ze op eigen benen konden staan, namen ze allen afstand van de Senegalese traditie. “Mijn ouders denken dat het verlaten van het ouderlijk huis ons veranderd heeft, maar in werkelijkheid zagen ze gewoon niet wat al veel langer aan de gang was.” Momenteel probeert hij tijd te winnen vooraleer hij het belangrijke gesprek met zijn ouders aangaat over zijn levenskeuzes: “Ik hoop een manier te vinden om mijn levensvisie te verzoenen met die van hen.”

Het eerste conflict tussen Sara en haar ouders vond plaats toen haar ouders op haar twaalfde aankondigden dat ze van Parijs naar Tokio zouden verhuizen. “Voor mij was het een schok. Ik begreep de beslissing niet en had helemaal geen inbreng”, herinnert Sara zich. Op dit moment, nu ze mijlenver van elkaar wonen, merkt Sara meer en meer de culturele kloof op tussen hen. Als Sara tijdens de zomervakanties teruggaat naar Japan, heeft ze steevast discussies met haar ouders over kwesties als feminisme. “Als Japanners iets niet benoemen, gaan ze ervan uit dat er geen probleem is en dat is precies het geval met de situatie van vrouwen in Japan”, legt ze uit. Daarom heeft Sara het gevoel dat haar eigen visie op maatschappelijke problemen niet te verzoenen is met die van haar ouders.

Victor voelt dezelfde druk van zijn familie als Mohamed. In Chinese culturen is het van belang om dicht bij je familie te staan en hen te gehoorzamen, zelfs wanneer het over een studiekeuze gaat. Victor heeft ingenieurswetenschappen gestudeerd louter en alleen omdat zijn ouders het een goede studierichting voor hem vonden. “In die periode werd mijn denken echt geleid door mijn ouders”, geeft hij toe. Volgens hem is dat het directe gevolg van zijn typisch Chinese en confucianistische opvoeding. “In die traditie hebben de ouders het leven van hun kinderen volledig in hun greep, zelfs hun bankrekening!”, zegt hij lacherig. Victor is nu de grootverdiener van zijn gezin. Hoewel hij een actieve jongvolwassene is, beheert zijn vader nog steeds zijn bankrekening. “Soms geven mijn ouders me het gevoel dat ik een kind ben. Je bent nooit volledig onafhankelijk, je wordt altijd geïnfantiliseerd”, betreurt hij.

Het taalkundig erfgoed achterna

Taal is een bindmiddel tussen de verschillende generaties, maar kan de multiculturele spanningen ook blootleggen. Uit de getuigenissen blijkt dat de taal of talen die de jongeren spreken een belangrijke rol spelen in hun identificeringsproces en de connectie die ze voelen met het thuisland van hun ouders.

Met zijn ouders sprak Mohamed steevast Wolof. Mohameds ouders vonden die taal van groot belang in zijn opvoeding: “Mijn vader zei een paar keer tegen mij: ‘of je spreekt Wolof of je houdt je mond.’” Onderling spraken Mohamed en zijn zussen liever Frans, een taal die natuurlijker aanvoelde voor hen. Mettertijd antwoordden de kinderen hun ouders zelfs in het Frans, wat vele ruzies veroorzaakt. Ondanks alles is Mohamed toch trots dat hij goed Wolof spreekt, hoewel niet helemaal vloeiend: “Ik spreek Wolof met een zwaar accent waardoor mensen in Senegal mij ‘de Fransman’ noemen.”

In zijn vroege kinderjaren sprak Victor enkel Teochew, het Chinese dialect van zijn familie. Hij sprak de Franse kinderen op school ook gewoon aan in Teochew. Geleidelijk aan leerde hij Frans. Ondertussen “heeft Frans het overgenomen van Teochew” in zijn dagelijkse leven. Naast Frans en Teochew, werd Victors jeugd overschaduwd door nog een andere taal: het Mandarijn. “Ik weet niet precies waarom, maar mijn ouders hadden een obsessie met Mandarijn. Ik moest en zou het leren, want ze dachten dat Mandarijn me in de toekomst zou helpen”, zegt Victor. Uiteindelijk is hij daar niet in geslaagd en ook het Teochew is Victor gaandeweg verleerd. Nog steeds is Victors talenkennis een heikel onderwerp binnen het gezin. Zijn ouders beschouwen het als een mislukking dat hun kinderen geen Teochew spreken. Voor hen is het dialect onlosmakelijk verbonden met hun culturele tradities. “Ik schaam me dat ik noch Teochew noch Mandarijn spreek, maar ik ben wel blij dat ik toch een beetje van dat taalkundige erfgoed heb meegekregen.”

Waar het allemaal begon

Manuela, Victor, Sara en Mohamed leiden hun leven tussen verschillende meridianen en breedtecirkels in. In hun dagelijkse leven ervaren ze die spreidstand niet voortdurend. Toch voelen ze wel de aantrekkingskracht van het land van herkomst van hun ouders. Voor sommigen is het louter een vakantiebestemming, anderen hebben er een persoonlijke connectie mee en voor nog anderen is het één groot vraagteken.

Manuela heeft de eerste achttien jaar van haar leven in Italië gewoond. “Ik mis het soms, vooral het Romeinse accent”, zegt ze met een zekere melancholie in haar stem. Jaarlijks keert het gezin terug in de zomervakantie: “Het doet me deugd om mijn familie en vrienden terug te zien, maar ik besef ook ieder jaar hoe hard ik veranderd ben ten opzichte van hen.”

Manuela
Manuela in Brussel waar ze woont. “Er zijn hier zoveel nationaliteiten dat het niemand iets kan schelen.”

Voor Sara was Japan in de eerste plaats een vakantiebestemming. Daar kwam verandering in toen ze naar Tokio verhuisde met haar ouders. Ze was nog nooit in de Japanse metropool geweest en plotseling moest ze daar een leven opbouwen. Eindelijk had ze een persoonlijke ervaring en een leven in haar land van herkomst. Toch ging haar onstilbare verlangen om terug te keren naar Parijs nooit weg, dus is ze op 18-jarige leeftijd alleen teruggekeerd. Vandaag gaat ze nog regelmatig naar Japan om haar ouders te bezoeken die er nog wonen.

Als kind ging Mohamed een paar keer naar Senegal, naar het dorp van zijn familie. Onlangs verbleef hij vier maanden in Dakar op zijn eentje. Deze reis heeft zijn perceptie op Senegal volledig veranderd. Voorheen associeerde Mohamed het land steeds met zijn familie en hun traditionele levenswijze. Nu hij de kans kreeg om op eigen houtje het land te ontdekken en zijn eigen mening te vormen over Senegal, zijn cultuur en zijn inwoners, heeft hij vastgesteld dat zelfs in Senegal de meeste mensen vrij progressief zijn. “Het zijn mijn ouders die vastzitten in het verleden”, zegt hij daarover. “Mijn land is veel cooler dan ik me had voorgesteld en dat is geruststellend”, lacht hij. “Nou, een van mijn landen. Ik zeg mijn land, omdat mijn hele bloedlijn daar vandaan komt”, verduidelijkt hij.

Enkel voor Victor is zijn land van herkomst één groot vraagteken. Hij is nog nooit in China of in Cambodja geweest. “Ik associeer Azië met mijn ouders, mijn grootouders en mijn opvoeding, maar in werkelijkheid heb ik geen idee hoe het er daar aan toe gaat.”

Identiteit: een innerlijk conflict of niet?

Leven met een multiculturele erfenis maakt het moeilijk om te weten wie je bent en waar je thuishoort. Welke elementen uit welke cultuur vormen jou als persoon en bouwen je multiculturele identiteit op?

Sara identificeert zichzelf als Frans, hoewel haar bloed 100 procent Japans is. Ze heeft geen bloedband met Frankrijk, maar omdat ze zoveel jaren in Frankrijk heeft gewoond, voelt ze zich Frans. Ze klaagt altijd wel ergens over. Haar uiterlijk mag dan Japans zijn, ze kleedt zich volgens de laatste Parijse mode, met een lange leren jas en hippe sneakers.

Sara in Brussel
Sara in Brussel waar ze momenteel woont. “Ik heb hier een houdbaarheidsdatum, ook al voel ik me thuis in Brussel.”

Al van kindsbeen af, leeft Sara in dit innerlijke conflict. In Frankrijk voelt ze zich meer Japans en in Japan voelt ze zich meer Frans. “Uiteindelijk voel je je nooit goed genoeg. Je zit altijd met je kont tussen twee stoelen in.” Op dit moment heeft Sara meer vrede met dit dubbele identiteitsgevoel. Japan zit nog steeds in de kleine details van haar dagelijks leven. Als ze thuiskomt doet ze meteen haar schoenen uit en trekt ze slippers aan. In Europa mist ze de Japanse efficiëntie. De administratie is er goed georganiseerd, er zijn openbare toiletten op elke straathoek en de metro is altijd op tijd. Maar uiteindelijk heeft Sara het gevoel dat haar toekomst in Europa ligt. “Mijn gemoedstoestand en mijn attitude is Frans, maar met een Japans hart”, vat ze mooi samen.

Manuela voelt dit innerlijke conflict met betrekking tot haar identiteit niet zo sterk als Sara. Ze beschouwt zichzelf in de eerste plaats als Italiaans. België is niet haar thuisland of haar nationaliteit, het is gewoon de plaats waar ze woont. Al benadrukt ze dat het voor haar belangrijk is om aan mensen te vertellen dat ze in België woont. Het verklaart waarom ze voortdurend Frans spreekt. Ze voelt dat deze nieuwe taal en de daarbij horende Franstalige cultuur versmelt met haar Italiaanse temperament. “Ik ben nog steeds dezelfde persoon, maar het is waar dat als ik met mijn Franstalige vrienden ben, ik een beetje anders ben dan bij mijn Italiaanse vrienden. Zelfs mijn stem verandert.” Die andere kant van haar persoonlijkheid is iets dat ze toejuicht, ook al vindt ze het een beetje vreemd. “Maar in Brussel zijn er zoveel nationaliteiten dat het niemand iets kan schelen”, besluit ze.

Mohamed trekt in eerste instantie zijn Franse identiteit niet in twijfel: “Ik zeg gewoon tegen mezelf dat ik Frans ben, zo is het, dat is duidelijk voor mij.” Maar als hij verder nadenkt, wordt hij gematigder en legt hij uit hoe hij zich ook Senegalees voelt. “Mijn ouders zijn zo Senegalees dat ik hoe dan ook een beetje Senegalees ben”, geeft hij toe. Zijn relatie met de Senegalese cultuur is altijd zeer complex geweest. Meer en meer neemt hij afstand van de traditionele en religieuze opvoeding die zijn ouders hem gaven. Hij is nog steeds op zoek naar zijn persoonlijke pad tussen de verschillende culturele levensstijlen die hem omringen: “In de ogen van mijn ouders ben je niemand zonder familie en traditie. Daarom is het huwelijk een topprioriteit voor hen. Vanuit een Westers standpunt daarentegen ben je pas succesvol als je zelfstandig bent, je ontplooit, reist en studeert.”

Mohamed
Mohamed in zijn appartement in Parijs.”In werkelijkheid voel ik me meer Parijzenaar dan Fransman, Parijs is mijn thuis, het is de plek die ik het beste ken.”

Zijn breuk met de islam een paar jaar geleden was een keerpunt in Mohameds identificatieproces. Hij had de islam altijd geassocieerd met de cultuur van zijn familie en met zijn Senegalese afkomst. Het is heel moeilijk om hierover met zijn ouders te praten. Voor Mohamed is dit verschil in waarden en mentaliteit met zijn ouders volledig verbonden met het feit dat hij in Frankrijk is opgegroeid: “Als we in Senegal geboren en getogen waren geweest, zou alles er helemaal anders hebben uitgezien. We zouden niet eens nagedacht hebben over de mogelijkheid om te vertrekken en te reizen”.

“Veel dingen in mijn dagelijks leven doen me nadenken: ben ik Frans of ben ik Aziatisch?”, zegt Victor. Er zijn verschillende elementen van de Aziatische cultuur waar hij erg aan gehecht is, vooral het belang van familiebanden en het respect voor ouderen. Zichzelf identificeren als Frans is even moeilijk. “De Franse cultuur? Ik weet eigenlijk niet goed wat dat is”, geeft Victor toe, “voor mij is de Franse cultuur een beetje de cultuur van alle landen.” Dus uiteindelijk, nadenkend over de vraag “tot welk land behoor je?”, zegt Victor: “Eigenlijk behoor ik toe aan de aarde. Grenzen zijn een menselijke uitvinding. Sterker nog, grenzen verdelen meer dan ze verenigen.”

De passende administratie bij jouw identiteit

Er is een puur praktisch aspect verbonden aan het hebben van meerdere culturele achtergronden. Welke nationaliteit heb je en heb je het juiste papierwerk om in het land te blijven waar je je thuis voelt? Voor sommigen is het navigeren doorheen administratie en papierwerk.

Vrije toegang voor Europeanen

Manuela prijst zich gelukkig dat ze Europeaan is. Om naar België te komen was de administratie eenvoudig. Ook in België ondervindt ze weinig administratieve problemen: “Ik kon een rijksregisternummer aanvragen dat mij toelaat alles te doen wat de Belgen doen”, herinnert ze zich. Ze kan hier zo lang blijven als ze wil of het volgende avontuur tegemoet gaan. De keuze is volledig aan haar.

Voor Sara is het niet zo eenvoudig. Ondanks haar sterke connectie met Frankrijk is ze er nog niet in geslaagd de Franse nationaliteit te verkrijgen. Ook het verkrijgen van een studentenvisum in België heeft veel inspanningen gevergd. Als ze klaar zal zijn met haar studie wordt het oneindig veel ingewikkelder om een werkvisum te krijgen en in Europa te blijven. “Ik heb een houdbaarheidsdatum, ook al voel ik me hier thuis”, legt Sara uit. Haar toekomst hangt af van “een vel papier” dat haar op zoveel manieren limiteert. Ze kan zich niet gemakkelijk verplaatsen in Europa en alles is een pak duurder voor niet-Europeanen. “Die beperkingen herinneren me er voortdurend aan dat ik geen Française ben, maar Japanse, ook al heb ik het grootste deel van mijn leven in Europa en Frankrijk gewoond”, besluit ze.

Victor heeft de Franse nationaliteit, terwijl de rest van zijn familie de dubbele Cambodjaanse en Franse nationaliteit heeft. Hij heeft nooit het taalexamen afgelegd dat nodig is voor het Cambodjaans staatsburgerschap. “Ik vind het niet erg om die nationaliteit niet te hebben. Ik ben er nooit geweest, ik spreek de taal niet en Cambodja spreekt me niet aan”, legt Victor uit. Van jongs af aan werd hem immers verteld dat hij Chinees is.

Mohamed heeft de dubbele nationaliteit: Frans en Senegalees. Ook hij hoeft zich dus geen zorgen te maken. Net als voor Victor en Manuela, is het voor hem vanzelfsprekend dat hij kan gaan en staan waar hij wil in Europa. Sara, daarentegen, wordt regelmatig geconfronteerd met het feit dat ze niet dezelfde rechten heeft en ziet de toekomst met een bang hart tegemoet.

Politieke participatie

Als het over politiek gaat, heeft ieder mens recht op zijn eigen standpunt. Het is een zeer persoonlijk onderwerp, meestal beïnvloed door onze afkomst, opvoeding, omgeving en overtuigingen. Maar een multiculturele achtergrond kan het moeilijk maken om te weten waar je staat in het politieke veld. Bovendien is het een kwestie van rechten. Mag je je politieke stem laten horen in het land waar je woont? Mag je stemmen? Philippe Tizon, hoogleraar sociologie, schreef in 1996 dat “ondanks de mobiliteit en de globalisering van sociaaleconomische aard, moet men nog steeds van ergens zijn en zich van ergens voelen om politiek te handelen en erkend te worden”.

Sara’s politieke handelen wordt begrensd door de administratieve problemen waar ze mee kampt. Ze woonde in totaal zo’n veertien jaar in Frankrijk, maar ze mag niet stemmen. De Japanse politiek begon haar te interesseren tijdens haar tienerjaren in Tokio. In Japan was het moeilijker om het internationale en Franse nieuws te volgen. Het deed haar beseffen dat “in Frankrijk iedereen nieuwsgierig is naar het nieuws en wat er in de wereld gebeurt”. Ze volgt de komende verkiezingen in Frankrijk op de voet, maar ze heeft geen stem in de beslissing wie president wordt van het land waar ze zich thuis voelt.

Het probleem doet zich alleen voor als je niet de gewenste nationaliteit hebt. Manuela kan stemmen in Italië. Ze volgt het nieuws daar dagelijks, ze weet precies wat er gaande is en houdt haar niet-Italiaanse vrienden op de hoogte. Ze voelde zich verontwaardigd toen de Italiaanse Senaat een paar maanden geleden tegen de antidiscriminatiewet stemde. “Ik woon er nu niet, maar toch, het is mijn land. Ik wil graag weten wat er aan de hand is, ook al weet ik niet of ik ooit nog terugga”, bevestigt Manuela. Ondanks haar politieke connectie met Italië, is Manuela niet zeker dat ze zal stemmen voor de volgende Italiaanse verkiezingen. “Als ik op dat moment in Italië zal zijn, komt het goed uit. Zo niet, dan weet ik niet zeker of ik de moeite zou doen om terug te gaan”, zegt ze.

Victor’s visie op de Chinese politiek evolueerde naarmate hij opgroeide, zoals bij de meeste jonge mensen. “Toen ik een kind was, was ik erg trots op China”, herinnert Victor zich, “maar op dit moment ben ik het niet eens met de regering”. Hij omschrijft de Chinese staat als “te controlerend” en “walgelijk”. “Niemand durft het te zeggen in China, maar het is een dictatuur”, zegt hij boos.

De politieke gehechtheid aan een land, of het nu van herkomst of verblijf is, is diep persoonlijk en emotioneel beladen. Sommigen verbreken de banden helemaal, anderen willen van veraf veranderingen aanbrengen, nog anderen dromen ervan om op een dag terug te keren. Zo schreef auteur Amin Maalouf, Frans en Libanees, in 1998 schreef in zijn boek Dodelijke identiteiten: “Sinds ik Libanon in 1976 verliet om me in Frankrijk te vestigen, is me vaak gevraagd, met de beste bedoelingen ter wereld, of ik me meer Frans of meer Libanees voelde. Ik geef altijd hetzelfde antwoord: “Beide.” […] Half Frans en half Libanees dan? Niet helemaal! Identiteit kan niet gecompartimenteerd worden; identiteit kan niet worden gesplitst in helften of derden, evenmin heeft het een duidelijk gedefinieerde set grenzen. Ik heb niet meerdere identiteiten, ik heb er maar één, gemaakt van alle elementen die unieke proporties hebben.”