—  Censored  —

Johanna de Tessières : “Mijn werk helpt mij te vechten tegen de hardheid van de wereld waarin we leven”

- 4 October 2023
Fotojournaliste Johanna de Tessières in zijn appartement in Brussel. © Tory Kiliç 2023

Twee doorgewinterde journalisten, Christophe Lamfalussy en fotojournaliste Johanna de Tessières, werden in februari 2023 vastgehouden in een betwist gebied in Irak. Ze zijn vervolgens gearresteerd en kregen een verbod om Irak nog binnen te komen, anders zouden ze gevangen genomen worden. Vele professionele journalistenorganisaties veroordeelden het incident en vonden het onaanvaardbaar. Wij ontmoetten Johanna de Tessières in Brussel.

De Tessières is een fotojournaliste. In de over mij-sectie van het collectief HUMA schrijft zij dat ze fotografeert over humanitaire kwesties en mensenrechten van over de hele wereld. Zoals alle Koerden, ken ik haar naam. Zij is de fotojournaliste die in 2015 met haar foto’s de overgang van gevangenschap naar verzet vastlegde van mensenrechtenactiviste Nadia Murad, die in 2018 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Nadia Murad is een vrouw wiens dagen van maandenlange gevangschap openbaar werden gemaakt. Murad zal de reden om dit pad te kiezen later uitleggen: “Ik vertel mijn verhaal omdat het het beste wapen is dat ik heb. Mijn enige doel is om te voorkomen dat jonge vrouwen in de toekomst het slachtoffer worden van seksueel geweld in oorlogscontexten.”

Collectief HUMA : 2023 februari YBŞ, Guerrilla’s die hun leven verloren in de strijd tegen Islamitische Staat of die gedood werden tijdens aanvallen met Turkse drones. © Johanna de Tessière.

In januari 2023 ging ik in Brussel naar de fototentoonstelling ‘Yezidi’s tussen ballingschap en verzet’, waarvan de teksten zijn geschreven door journalist Christophe Lamfalussy. De persoon die de foto’s heeft gemaakt, Johanna de Tessières, heeft veel voor mij en mijn volk betekend. Ik had de gelegenheid om hen beiden te ontmoeten en met hen te praten. De twee ervaren journalisten werden in de eerste weken van februari 2023 vastgehouden en gearresteerd door het Iraakse leger, terwijl ze onder bevel naar Shengal, in het noorden van het land, reisden. Ze kregen het bevel Irak onmiddelijk te verlaten, zoniet zouden ze gevangen gezet worden. Shengal is een controversiële Koerdische Yezidi-stad in conflict. Het grootste probleem in de regio is dat de lokale bevolking die er woont niet weet door welke militaire macht ze wordt beschermd. In een dergelijke omgeving zoeken lokale mensen naar verschillende alternatieven om zichzelf te beschermen. Hun enige motivatie is om te leven tegen de dood in.

Waarom heeft u voor dit beroep gekozen en wat betekent het voor u?

De Tessières: “Ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest naar de mensen die bij mij in de buurt wonen, maar ook naar mensen die aan de andere kant van de wereld wonen. De camera is werkelijk het mooiste hulpmiddel om mensen te ontmoeten. Als je nieuwsgierig bent, is het ook een heel goed excuus om overal naartoe te gaan. Met een camera kan je diverse plekken in de samenleving bezoeken om te praten met mensen die je misschien nooit in je leven zou hebben ontmoet als je geen camera had. Soms wordt er gezegd dat nieuwsgierigheid fout is. Maar dat vind ik helemaal niet. Ik hou heel erg van nieuwsgierige mensen. Ik moedig kinderen en ook mijn zoon altijd aan om nieuwsgierig te zijn en zoveel vragen te stellen als ze willen. Het werk als fotojournaliste is ook meer dan een job. Het is een manier van denken, soms dag en nacht. De ontmoetingen met mensen en de onderwerpen waaraan we werken, zijn zo sterk en intens, zoals bijvoorbeeld het werk dat ik samen met Christophe Lamfalussy maakte over de Yezidi-gemeenschap. Het is zo krachtig om deze mensen te ontmoeten en naar de Koerdische regio’s te gaan. Het laat meer dan een herinnering achter. Het maakt diepe indruk. Het is een job die een groot deel van mijn leven vertegenwoordigt en mijn identiteit vormt. Ook haal ik veel inspiratie uit ontmoetingen. Ik open mijn geest. Ik breng tijd door met mensen die heel anders leven dan in Brussel. Ik vind dat dit de grootste openheid is die je kan ervaren.”

Wat is uw motivatie bij het maken van foto’s?

“Wat ik interessant vind in het werk als fotojournaliste, is om bruggen te bouwen, een boodschapper van informatie te zijn. Ik hou ervan anderen te vertellen over de situatie van mensen die niet ver van ons wonen of die heel ver weg wonen. Natuurlijk hebben we allemaal onze subjectiviteit en zullen we de dingen op onze eigen manier vertellen, maar ik probeer op een zo eerlijke en oprecht mogelijke manier te spreken. Ik vind dat we nooit moeten stoppen met bruggen bouwen. Helaas leven we in een wereld waar we soms een vooraf opgebouwd beeld hebben van de ander en dat kan gevaarlijk zijn. Het kan een karikatuur van de ander zijn. Het is belangrijk om tijd met anderen door te brengen en te beseffen wat zij in hun menselijkheid ervaren, om andere mensen te raken, met fotografie als medium. Kortom, mijn motivatie om te fotograferen, is dat ik benieuwd ben naar wat anderen ervaren. Het is een unieke kans om al deze mensen te ontmoeten. En ook al is het niet mogelijk om de wereld te veranderen, kunnen we op zijn minst proberen om onze kijk op de wereld te veranderen.”

Hoe ziet het leven als fotojournalist eruit?

 “Het beroep van fotojournalist onderging grote veranderingen en maakte een enorme financiële crisis door, waardoor fotojournalisten zichzelf moesten heruitvinden. Nu werk ik samen met het HUMA-collectief. We werken samen aan langetermijnvraagstukken: we nemen de tijd om dingen goed te doen. We werkten bijvoorbeeld samen rond het vrouwenvoetbal in het project ‘What the Foot ?!’. De productie van het werk duurde bijna twee jaar en we blijven deze voetbalsters tentoonstellen. We wilden op een andere manier praten over vrouwen die voetbal spelen. Dat is ook onze taak: mensen waar we niet of niet genoeg over praten in de kijker zetten. Over het algemeen denk ik dat dit echt het grote nut van ons beroep is. Mijn week bestaat uit het communiceren met het collectief, zien waar we staan ​​inzake de tentoonstelling, aan nieuwe onderwerpen werken en vooruitgang boeken op lange termijn.

We wilden op een andere manier praten over vrouwen die voetbal spelen.

De meeste tijd breng ik helaas niet op het terrein door, maar achter de computer voor logistiek, communicatie, het selecteren van foto’s en ook het contact houden, vaak via sociale media, met mensen over wie we berichtten en het opvolgen van de politieke situatie. Ik maak ook reportages op bestelling van tijdschriften. En ik werk veel voor NGO’s. Dat is eerder werk buiten België, waarvoor ik reizen maak naar het buitenland, ongeveer een keer per kwartaal. Ook bereid ik een dossier voor voor de studiebeurs van de Association des Journalistes Professionnels (AJP), die een belangrijke steun was voor het werk met de Yezidi-gemeenschap dat we deden. Ik vind het ook belangrijk om mijn vakkennis door te geven. Elke woensdagmiddag werk ik in het Maison des Cultures van Molenbeek, een plek waar ik van hou, samen met mijn collega Zakaria Bakali. We geven fotoworkshops aan jongeren uit de buurt en leren ze fotograferen. We moedigen ze aan hun eigen verhaal te vertellen en over hun buurt te reflecteren. Dat zijn voor mij heel mooie en belangrijke momenten waarop ik een beetje kennis kan doorgeven aan jongeren.”

Welke moeilijkheden horen er bij de job?

“Ik vond lange tijd dat de wereld van fotojournalisten behoorlijk macho was en dat de kijk op de wereld te mannelijk was. Nu zijn er gelukkig steeds meer vrouwen in dit beroep. Ik breng ook tijd door met mensen die zich aan de rand van de samenleving bevinden of die problemen hebben in het leven. Ik werk bijvoorbeeld veel rond migratie en migranten en zie de gevolgen van oorlog, conflict en economische moeilijkheden. Het is vaak moeilijk om over hetzelfde onderwerp te publiceren zonder verandering in de situatie te zien. Tegelijkertijd verwacht ik niet dat er een grote verandering zal optreden als ik ergens over bericht. We moeten mensen eenvoudigweg waarschuwen voor een situatie, maar geen grote verandering in de samenleving verwachten. Anders kan het moeilijk zijn om mee te leven. Persoonlijk zeg ik liever tegen mezelf dat wat we doen misschien nuttig is. Het helpt me. Mijn werk helpt mij te vechten tegen de hardheid van de wereld waarin we leven. Ik schaam me bijvoorbeeld voor de Belgische en Europese migratiepolitiek, en maak me vaak zorgen over de veiligheid van de mensen die achterblijven in landen in oorlog en geen kans hebben om terug te keren naar een veilig land.”

Wat waren uw indrukken toen u Nadia Murad in 2015 zag?

“Toen werkte ik voor la Libre Belgique, samen met mijn collega Christophe Lamfalussy. We vertrokken om verslag uit te brengen over de situatie: vanaf 2014 was er een invasie van Islamitische Staat in Noord-Irak, die de Koerdische regio binnenviel en vooral de Yezidi-gemeenschap trof. Ik had jaren geleden al van deze gemeenschap gehoord in Turkije. We waren gewaarschuwd voor het feit dat als Islamitische Staat dorpen binnenviel, ze veel mensen vermoordden, vooral zij die weigerden zich te bekeren, en ook dat ze vrouwen meenamen om als seksuele slaven te dienen. Het doel van ons verblijf was ook om getuigenissen van deze vrouwen te verzamelen. We gingen naar Iraaks Koerdistan, vlakbij het dorp Zakho, waar een vluchtelingenkamp was. We interviewden verschillende vrouwen, waaronder Nadia Murad. Ze verbleef samen met haar broer in een vluchtelingenkamp. Ze was net een paar weken eerder ontsnapt uit de handen van Islamitische Staat. Ze gaf haar getuigenis.

Ten eerste had ze de moed om te getuigen ondanks het feit dat ze de ergste beproevingen had meegemaak.

Mijn indrukken ervan zijn divers. Ten eerste had ze de moed om te getuigen ondanks het feit dat ze de ergste beproevingen had meegemaakt: een deel van haar familie werd vermoord en ze werd seksueel vernederd. Ze was heel erg moedig, want het was nog erg gevaarlijk in de regio: Islamitische Staat was er nog aanwezig. Daarnaast had ze nog zussen die in Syrië vastzaten. Daarom vroeg ze ons om anoniem te blijven. Uiteraard hebben wij dat gerespecteerd. We hebben haar naam veranderd en we zorgden dat ze niet herkenbaar was op de foto’s. Ze heeft echt een diepe indruk op mij nagelaten en Ziad, deYezidi-man die voor ons vertaalde, zei na het interview ‘Deze vrouw is bijzonder sterk. Later zal zij onze gids zijn’. Een paar maanden later hoorde ik dat ze de Sacharovprijs, een belangrijke prijs die door het Europees Parlement wordt uitgereikt, had gewonnen. En een paar jaar later won ze de Nobelprijs voor de Vrede, één van de grootste prijzen ter wereld. Het is een enorme levensles om te zien dat we een vrouw ontmoetten die echt heel erg beschadigd was door de vijand, maar dat ze een vrouw is geworden die een van de meest prestigieuze prijzen ter wereld heeft ontvangen. Het is prachtig: de kracht van een mens, van een vrouw.”

Waar precies en door wie werd u vastgehouden in februari 2023? Wat was u aan het doen?

“We waren in Sinjar om verslag te doen over de Yezidi-gemeenschap, die dicht bij de PKK staat. Sinjar is de bakermat van deze gemeenschap, maar het wordt voor journalisten steeds moeilijker, zo niet onmogelijk, om daarheen te gaan. Er zijn veel controleposten, misschien wel vijftien, telkens met verschillende gewapende milities. Christophe en ik waren al een paar dagen een reportage aan het maken in de regio. Op een avond, toen we vergezeld waren door een Koerd, stopten we bij een controlepunt. Ze vroegen wat we in de regio deden. We zeiden dat we journalisten waren en toen we het woord Saafi, journalist in het Arabisch, zeiden, voelden we dat de soldaat bij de controlepost echt opsprong. Hij riep zijn leiders bijeen. Ze kwamen naar ons toe. We moesten uitstappen uit de auto. Christophe en onze metgezel werden gefouilleerd. Ze legden ons uit dat wij niet het recht hadden daar te zijn. Ze gebruikten valse voorwendselen. Ze vertelden ons dat onze visa niet in orde waren. Zij waren er zo zeker van dat wij ook begonnen te twijfelen. Christophe en ik werden samen ondervraagd en onze collega werd afzonderlijk ondervraagd, om te zien of we allemaal hetzelfde zeiden. Ze keken wat er op onze telefoons stond, wat een totale schending van de journalistencode is. De AJP schreef hierover. Ze hebben ook gegevens van onze telefoons gekopieerd. Aangezien ze zwaarbewapend zijn, kan je moeilijk nee zeggen. Ze gebruikten intimidatiemethoden om ons bang te maken, zodat journalisten nooit meer naar de regio terugkeren. Ze vroegen ook naar informatie over mensen die we hadden ontmoet. Maar we hebben niets gegeven. Ik vind dit zeer ernstige inbreuken omdat er daardoor minder journalisten in deze regio van de wereld komen. Ik vind het problematisch dat er regio’s zijn waar we niet meer over praten. We mogen niet vergeten dat deze regio, Shengal, werd aangevallen door Islamitische Staat, maar nu wordt aangevallen door Turkije. Er zijn regelmatig drones die mensen doden in deze stad.”

U kent de regio goed. Hoe ziet u de situatie van de Koerden?

 “Ongeveer zeventien jaar geleden maakte ik voor het eerst kennis met de Koerdische regio. Ik heb een maand lang een reportage gemaakt in Turkije met de journalist François Brabant, en we hebben veel tijd in de Koerdische regio doorgebracht. Ten eerste moet ik zeggen dat dit werkelijk de regio is waar ik mij het meest welkom heb gevoeld van alle reizen die ik heb gemaakt. Het verwelkomen van vreemden door de Koerden is ongelooflijk en iets dat we hier niet doen. Als er een Koerd is die hier in een dorp in België arriveert, ben ik er niet zeker van dat we hem onmiddellijk zullen uitnodigen om bij ons thuis te komen eten, of om bij ons te slapen. Het is vrij uniek. Het tweede dat mij opviel was het volledige gebrek aan vrijheid om je identiteit als Koerd te beleven. Destijds was het zelfs gevaarlijk om je eigen Koerdische muziek te spelen en je in je eigen taal uit te drukken.

De Koerden vormen de meest talrijke bevolkingsgroep, met een heel rijke cultuur, die geen eigen land heeft.

Nu is het iets beter geworden. De Koerden vormen de meest talrijke bevolkingsgroep, met een heel rijke cultuur, die geen eigen land heeft. Het gaat om ongeveer 50 miljoen mensen, verdeeld over verschillende landen. Het is ook belangrijk de verantwoordelijkheid van het kolonialisme te begrijpen: grenzen creeëren in landen waar er voorheen geen grenzen waren, zorgde ervoor dat de mensen gescheiden raakten. Niettemin is het typerend voor de Koerden dat ze ondanks alle moeilijkheden en drama’s die ze meemaakten, zowel in Turkije, Syrië, Iran als Irak, ze het vermogen hebben om anderen te verwelkomen, van het leven te blijven houden en ze houden van samen een goede maaltijd te delen en te dansen. Ook politiek interessant is de Koerdische guerilla die gebaseerd is op een linkse ideologie en een belangrijke plaats geeft aan vrouwen en pleit voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er zijn zelfs extreem krachtige vrouwelijke gevechtseenheden die erg gevreesd waren door Islamitische Staat. Deze vrouwelijke strijders hebben we ook in februari van dit jaar in Sinjar ontmoet.”