—  International  —

Iraniërs zijn bereid de prijs voor vrijheid te betalen

- 1 November 2022
Foto:mensenrechtenorganisatie Hengaw. Links de ‘hair flag’ van de Belgische kunstenares Edith Dekyndt, rechts een foto van Mahsa Amini

De dood van de 22-jarige Jina Mahsa Amini heeft een golf van protesten uitgelokt in Iran. Meer dan 2.200 mensen zouden al zijn aangehouden, ruim 250 demonstranten zouden zijn gedood. De vrees bestaat dat opposanten massaal gefolterd worden in Iraanse gevangenissen.

De 22-jarige Jina Mahsa Amini stierf op 16 september 2022 in een ziekenhuis in Teheran, drie dagen nadat ze door de zedenpolitie werd gearresteerd omdat er een haarlok zichtbaar was onder haar hoofddoek.

Sindsdien komen de Iraniërs massaal op straat. De eerste massademonstratie werd georganiseerd tijdens de begrafenis van Amini in haar woonplaats Saqiz in de provincie Koerdistan. Daarbij werd “dood aan de dictator” gescandeerd. In de dagen die volgden gingen vrouwen en mannen in grote delen van het land de straat op. Die protesten duren voort tot vandaag. Vrouwen werpen hun hoofddoek af of steken ze in brand, maar ook mannen uiten hun ongenoegen over het strenge religieuze regime en scanderen “vrouwen, leven, vrijheid”. De protesten verspreiden zich naar verluidt over meer dan tachtig steden en dorpen. De Iraanse autoriteiten hebben als reactie de toegang tot Instagram en WhatsApp geblokkeerd. Die twee apps zijn erg populair in het land, omdat de meeste andere sociale media de afgelopen jaren al werden geblokkeerd. De autoriteiten sloten het internet de voorbije weken regelmatig zelfs volledig af.

De ‘hair flag’

De vlag gemaakt van lange zwarte haren dook overal op in de berichtgeving over de protesten in Iran, maar dateert eigenlijk al van 2014 en is van de hand van de Belgische kunstenares Edith Dekyndt. Ze maakte de vlag in Martinique, Frans overzees gebied, als herinnering aan het koloniale verleden van het eiland.

Van moraliteitspatrouille tot grootschalig protest

Maar wat ligt nu precies aan de basis van de diepgewortelde protesten? De dood van Amini heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de Iraanse zedenpolitie. Die staat bekend om haar harde optreden tegen de levensstijl en de kleding van vrouwen. De Gasht-e Ershad, of “Gids/Moraliteitspatrouille” in het Farsi, werd opgericht in 2005. Het team, dat de veiligheidstroepen moet bijstaan, waarschuwt mensen die zich niet aan de islamitische kledingvoorschriften houden in parken, winkelcentra en pleinen, overal waar mensen samenkomen. Wie zich verzet, wordt meegenomen naar het politiebureau en gemarteld, wat ook Amini overkwam. Meisjes en vrouwen kunnen pas worden vrijgelaten als een mannelijk familielid naar het politiebureau komt en een formulier ondertekent waarop staat dat zijn echtgenote of dochter niet meer “onfatsoenlijk” de straat op zal gaan.

Tot de omverwerping van het regime van de pro-westerse sjah Mohammed Riza Pahlavi genoten vrouwen in Iran echter een relatieve vrijheid. Het was toen niet ongewoon om hen in minirok en met onbedekte haren op straat te zien, naar het voorbeeld van sjah Pahlavi’s vrouw, Ferah.

Tot de Iraanse islamitische revolutie van 1979. Kort na de omverwerping van het regime van de sjah werden alle wetten inzake vrouwenrechten in Iran afgeschaft. De geestelijke leider van de revolutie, ayatollah Khomeini, vaardigde datzelfde jaar nog een decreet uit waarin werd aangekondigd dat de hoofddoek verplicht was voor alle vrouwen op het werk en dat vrouwen die geen hoofddoek droegen als “naakt” zouden worden beschouwd. Daags nadien kwamen meer dan 100.000 mensen, onder wie veel vrouwen, op straat in Teheran. Dat was op 8 maart 1979, Internationale Vrouwendag.

We spraken met Zarali Nikrawesh, een Iraanse Belg die tijdens zijn tienerjaren in een Iraanse gevangenis zat en nadien via Irak naar België vluchtte. Hij volgt de ontwikkelingen in zijn moederland op de voet, en is ervan overtuigd dat het Iraanse regime demonstranten thuis zal opsporen en zal laten arresteren. Hij getuigt over de wreedheid van het regime en haalt een gebeurtenis aan die zich voordeed in de Iraanse gevangenis waar hij als tiener acht jaar van zijn leven doorbracht. “Op de binnenplaats van een gevangenis bij Teheran staan de galgen klaar voor massa-executies. Eén van de personen die geëxecuteerd zullen worden, is een jong meisje. Ze is maagd en zal voor haar dood nog eerst verkracht worden, zodat ze niet in het paradijs terecht kan komen. Volgens mannen van het Moellah-regime gaan maagden immers direct naar het paradijs als ze sterven. Eerst moet ze huwen met een commandant van de Revolutionaire Garde. Hij komt samen met een imam de kamer binnen. Voordat de commandant de kamer verlaat, zegt hij drie keer “Ik scheid”, wat volgens de islamitische regels volstaat om het huwelijk te ontbinden. De vrouw wordt gewassen door andere vrouwen, halal gemaakt en dan geëxecuteerd. 

Steeds repressiever

De politie vond het vlak na de Iraanse revolutie moeilijk om de nieuwe strenge kledingwetten te handhaven, omdat vrouwen manieren vonden om de strenge regels deels te omzeilen. Ze droegen bijvoorbeeld bedekkende, maar wel strakke kleding, of deden de hoofddoek losjes om zodat hun haren zichtbaar bleven. Gaandeweg werd de handhaving strakker. Zo werd er in 1981 een wet aangenomen die vrouwen en meisjes verplicht om zich in “islamitische stijl” te kleden. Twee jaar later nam het parlement een resolutie aan die bepaalt dat vrouwen die hun haren niet volledig bedekken, in het openbaar gestraft kunnen worden met 74 zweepslagen. Later werd daar nog een gevangenisstraf van 60 jaar aan toegevoegd.

De strenge regels zijn de afgelopen decennia nagenoeg onveranderd gebleven, maar de handhaving ervan en de zwaarte van de sancties op de inbreuken varieerde wel in functie van de zittende president. In 2005 kwam Mahmoud Ahmadinejad aan de macht. Hij beweerde tijdens zijn presidentscampagne dat hij een “progressiever standpunt” zou innemen in de kwestie, maar op de dag van zijn aantreden creëerde hij al de zedenpolitie. Ahmadinejad bleef tot 2013 president van Iran.

Onder de huidige president Ebrahim Raisi, een extremistische geestelijke, zijn er vorig jaar een aantal nieuwe beperkingen opgelegd. Het gaat onder meer om de installatie van talrijke camera’s in de straten om toezicht te houden op vrouwen, strengere straffen voor vrouwen die hun haren niet naar behoren bedekken, en gevangenisstraffen voor wie zich op sociale media verzet tegen de hoofddoek.

Die beperkingen hebben geleid tot een toename van het aantal arrestaties, maar het aantal foto’s en video’s van vrouwen zonder hoofddoek op sociale media is fors toegenomen. De Iraanse vrouwen zijn de afgelopen decennia op allerlei manieren blijven reageren op de repressie. Hiervoor heeft Jina Mahsa Amini, net als vele vrouwen voor haar, een zware prijs betaald.

Protesten houden aan

De protesten in Iran houden intussen al weken aan. De veiligheidstroepen hebben naar schatting al meer dan 2.200 mensen opgepakt. Volgens de Teheran University Student Union zijn minstens dertig van hun studenten aangehouden. De Iraanse journalistenvakbond Teheran Journalists Syndicate maakt melding van tientallen opgepakte journalisten. Meer dan 250 demonstranten zouden zijn gedood.

Volgens de in Iran gevestigde mensenrechtenorganisatie Hengaw, die op 3 oktober een rapport vrijgaf, worden de gevangenen aan ernstige martelingen en folteringen onderworpen. Er circuleren ook geruchten over geheime executies zonder proces.

De doodstraf wordt nog toegepast in 23 landen wereldwijd. Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International vond het grootste aantal executies vorig jaar plaats in China, gevolgd door Iran. “Als je een land wilt kennen, kijk dan hoe mensen in dat land komen te overlijden”, zei de  Franse filosoof Albert Camus al.